donderdag 21 februari 2013

Wie schrijft die blijft.


Schrijven met de handBegin deze maand in het nieuws: Steeds meer basisscholen gebruiken tablets.

Hoewel we nog nauwelijks weten wat de effecten zijn op de leerprestaties, gaan steeds meer scholen er mee aan de slag. Als voorbeeld in het nieuwsitem basisschool De Delta in Assendelft. Op deze school leren kinderen alleen nog maar schrijven in blokletters. Verder worden er in Nederland Steve Jobs scholen gestart, waar de iPad een grote rol spelen.

Grote vraag is nu: wat kunnen de gevolgen zijn van minder schrijfonderwijs?

Eerst maar eens antwoord op de volgende vraag:
Hoe is de stand van zaken nu in het Nederlandse schrijfonderwijs?

Daar heeft de Onderwijsinspectie (2010) naar gekeken. Momenteel neemt de verbetering van de basisvaardigheden taal (en rekenen) een centrale plaats in binnen het onderwijsbeleid. De inspectie concludeert over schrijfonderwijs dat “de kwaliteit van het schrijfonderwijs op verschillende onderdelen te wensen overlaat. Het schrijfonderwijs en de deskundigheidsbevordering van leraren hebben in het algemeen geen hoge prioriteit. De hedendaagse taalmethoden besteden weliswaar meer aandacht  aan procesgericht schrijfonderwijs, toch vertoont het schrijfonderwijs op essentiële onderdelen nog steeds tekortkomingen. In het perspectief van het totaal aantal uren dat scholen doorgaans aan taal en lezen besteden, steekt de tijd voor schrijven schril af. Uit het onderzoek blijkt dat 60% van de scholen naar schatting maximaal 45 minuten per week aan schrijven besteedt. Het volgen van de voortgang van de schrijfontwikkeling van de leerlingen en het analyseren daarvan staan nog in de kinderschoenen. Ook mondelinge communicatie, binnen het totale palet van het taalaanbod, krijgt minder aandacht.”

Achterstand dus. Moeten we met de tablet toekomst die in het verschiet ligt nog wel investeren in schrijfonderwijs? Ja!

Vele studies (oa door Virginia Berninger ) tonen aan dat handschrijven belangrijk is voor de ontwikkeling van de hersenen en cognitie - het helpt met de ontwikkeling van de fijne motoriek, het zich uitdrukken, het creatief denken en het vormen van ideeën. Onderzoek van Berninger laat bijvoorbeeld zien dat (aan elkaar) schrijfbewegingen grote activiteit geeft in die gebieden van de hersenen die betrokken zijn bij het ​​denken, taal en kortetermijngeheugen. Letters oefenen veroorzaakt ook meer activiteit  in de hersenen. Het is zelfs zo dat een goed handschrift je slimmer doet lijken. Het is dus zeer belangrijk om je handschrift te oefenen, verzorgen en onderhouden.

Ook wordt er in onderzoeken gewezen op de link tussen schrijven en lezen: stoppen we met schrijven dan zou ook onze leesvaardigheid erop achteruit kunnen gaan.

Schrijven is een complex denkproces: je start met het slijpen van je potlood of zoeken naar je favoriete pen, het krassen in de tekst als je de juiste woorden niet kunt vinden, het verfrommelen of verscheuren en eventueel boos weggooien van je geschreven blad als het niet lukt. Schrijven doe je met je hele lichaam. Schrijven gaat ook sneller dan typen.

Investeren in schrijfonderwijs is dus investeren in de sensorische en motorische ontwikkeling. Dit zorgt voor een kind dat in balans is en zich optimaal kan ontwikkelen. Zeker nu ook het buitenspelen verdrongen wordt door binnen blijven en bezig zijn met beeldschermen.

Schrijven gaat ook niet verdwijnen, immers: wat als je geen tablet bij de hand hebt, je accu leeg is of er geen internetverbinding is?  Handschrift is ook emotie: wil je liever een met de hand geschreven liefdesbrief of een e-mail of printje.
Schrijven in het zand
Ik zie eerder het toetsenbord verdwijnen en verwacht een opmars op het gebied van spraakherkenning. Dat laatste duidt ook het belang van investeren in mondelinge communicatie in het onderwijs.

Ik zie heel veel voordelen in het gebruiken van tablets om de kinderen de vaardigheden van de 21e eeuw te laten verwerven.

Ik pleit daarom voor èn-èn gebruik: de tablets maar blijf ook schrijven! Investeer in beide.

dinsdag 5 februari 2013

Echt excellente scholen



Zoals genoemd op de website http://excellentescholen.nl mogen een voorhoede van 31 basisscholen en 21 scholen in het voortgezet onderwijs zich vanaf maandag 4 februari als eerste ‘excellent’ noemen. Staatssecretaris Dekker reikte die dag de predicaten Excellente School 2012 uit, tijdens een feestelijke ceremonie in de Nieuwe Kerk in Den Haag.

Afgelopen jaar konden scholen zich aanmelden voor het predicaat Excellente School. 90 basischolen en 52 scholen uit het voortgezet onderwijs grepen deze kans. Een jury van experts uit de onderwijspraktijk onder voorzitterschap van prof. dr. Fons van Wieringen (oud-voorzitter van de Onderwijsraad) heeft vervolgens de scholen bezocht en beoordeeld. Scholen uit het hele land, klein en groot, van vmbo tot gymnasium.

Quote: “Excellente scholen zijn scholen die over de volle breedte goede resultaten halen, zowel op kernvakken als daarbuiten. De jury kijkt daarbij ook naar de toename van vaardigheden of kennis van leerlingen op een school en welke bijdrage de school daaraan levert. Daarnaast spelen de omstandigheden waaronder een school werkt een belangrijke rol. Ook is de wijze waarop een school zich onderscheidt op een specifiek onderwijsgebied een belangrijk criterium, zoals de aandacht voor leerlingen die het erg goed doen of bijvoorbeeld voor leerlingen die juist extra ondersteuning in de klas nodig hebben.”

Voor het verkrijgen van het predicaat moet een school voldoen aan een vijftal criteria:

- onderwijsresultaten (ook in relatie tot de leerlingenpopulatie)
- heldere visie op onderwijs
- zelflerend vermogen van de school
- de omstandigheden waaronder een school werkt
- de wijze waarop een school zich onderscheidt op een bijzonder    
  onderwijsgebied, zoals aandacht voor excellente en hoogbegaafde leerlingen.

Dat klinkt op papier heel mooi. Maar nu de praktijk.

Het woord excellent betekent volgens het woordenboek uitstekend, voortreffelijk.

De scholen op de lijst zijn dus – zo zegt het predicaat - uitstekend, voortreffelijk. Als je dit bord boven de ingang van een school ziet hangen moet je als ouder je kind hier heen sturen, lijkt het. Je wil toch uitstekend en voortreffelijk onderwijs voor je kind!

Echter:
Hoe meet je excellentie. Daar is geen meetlat voor. Wat jij belangrijk vindt bijvoorbeeld is waarschijnlijk iets heel anders dan wat ik belangrijk vind.

Gaan ouders nu op basis van het predicaat voor een school te kiezen. Zo hoef je ook niet meer naar de Open dag lijkt het.

Krijgen we geen scheefgroei doordat er een extra aantrekkingskracht is voor een school door het predicaat.

Past deze school wel bij je kind. En is deze school precies excellent op het gebied dat belangrijk is voor je kind.

De toekenning is een momentopname, net zoals een IQ test. Het zijn immers in de praktijk de mensen in de school die voor de excellentie moeten zorgen, niet het systeem.

Veel scholen die geen predicaat krijgen leveren ook excellent onderwijs. Die hebben echter geen aanvraag gedaan. Hoe herken je die nu?

En hoe meet je de veiligheid, schoolklimaat, het samengevoel en de vormende taak in en van de school. Dit zijn niet of moeilijk meetbare aspecten van de kwaliteit van het onderwijs.

Is de school als deze het predicaat Excellent heeft – of zoals in de praktijk gezegd wordt ‘een Michelinster’ heeft - op alle terreinen excellent?

Scholen moeten ook ergens anders goed in zijn om het predicaat te krijgen. Dat hoeven ze echter niet te bewijzen, alleen aan te tonen. Papier is echter anders dan praktijk. Cijfers zeggen echt niet alles.

Uit het regeerakkoord blijkt dat de Inspectie straks ook moet bepalen welke scholen zich 'goed' en 'excellent' mogen noemen. Dit lijkt mij een bedenkelijke ontwikkeling.
Gaan scholen zich qua onderwijs – net zoals al gebeurt rond de Cito – richten op wat het predicaat vraagt? Eigenlijk moet onderwijs zich richten op het kind en diens ontwikkeling. Gooien we die nu weg met het badwater?

Echt excellent onderwijs is voor mij iets anders dan bovengenoemde:

Echt excellent onderwijs leert een kind niet alleen te weten en te kunnen, maar ook te denken. Dat is niet te meten.

Echt excellent onderwijs is een kind laten groeien en bloeien. Dat is niet te meten.

Voor mij excelleert een school als ieder kind zichzelf mag zijn en zichzelf mag worden. School geeft ieder kind de mogelijkheid om zich te ontwikkelen en te schitteren. School staat naast het kind om de benodigde gereedschappen aan te geven, aan te moedigen, de techniek bij te schaven en het kind de beste prestatie te laten leveren die het kan: zichzelf verwezenlijken. Meet dat maar eens!

En van meten alleen is nog nooit een kind gegroeid!